zaterdag, februari 28, 2009

Islam legt geweldige uitdaging neer

Wie zich laat obsederen door de terreur vanuit de islam, ziet de eigenlijke kracht van deze religie over het hoofd, stelt Robert Wilken. Dat is de ontzagwekkende eigen cultuur die de islam met zich meebrengt. Een positieve prestatie, waar het moderne christendom vooralsnog weinig tegenover stelt.

Henk Rijkers


“De eerste reactie van mijn mederedactieleden van First Things was behoorlijk negatief. Ze vonden me soft over de islam: te waarderend en begrijpend. Ik heb vervolgens een half jaar aan mijn artikel gewerkt en realiseerde me steeds beter dat de uitdaging van de islam niet het terrorisme is. Dat gaat voorbij. Maar islam is een religie, een kracht in het leven van mensen. Ik ontmoette twee moslimstudenten uit Pakistan en Bosnië. Door die gesprekken besefte ik dat wij geen idee hebben van de diepte aan vroomheid, intelligentie en geleerdheid waartoe de islam in staat is. Dat heeft me zeer geholpen.” Dat zegt professor Robert Louis Wilken, een eminent geleerde in de vroegchristelijke geschiedenis. We benaderen de Amerikaan vanwege zijn opmerkelijke artikel Christianity Face to Face with Islam, dat te vinden is op de website van First Things (www.firstthings.com), het bekende oecumenische tijdschrift. Wilken pleit hierin voor een andere houding tegenover de islam. Wilken: “Het blad concentreerde zich in de presentatie van de islam te veel op het terrorisme. Ook in de boeken die het recenseerde, of de artikelen die men aanhaalde. Veel daarvan was Neuhaus zelf.”


Daartegenover stelt u: de islam is wat die is, en zal voorlopig weinig veranderen. Het christendom moet daarop een antwoord vinden.

“Precies. Met het oog op wat met het christendom met name de laatste twee eeuwen overkomen is, is het een ontnuchterende realiteit. Het christendom is sinds de islam voortdurend op de terugtocht en precies waar het assertief is, in Afrika bijvoorbeeld, stuit het opnieuw op een sterke islam. Wat me wel treft, is dat je een toenemend aantal moslimgeleerden ziet dat conservatief is in westerse zin: die modern zijn, maar geworteld staan in klassieke teksten en geen fundamentalisten of terroristen zijn, maar bedachtzame, conservatieve moslimdenkers. Dit vind ik een erg, erg positieve ontwikkeling, maar ook erg beperkt. Ik vind daarin wel gemeenschappelijkheid: een omgang zoeken met de moderniteit, die serieus nemen, maar toch gelovig blijven. Deze moslims begrijpen echter wel dat zij een eigen weg moeten vinden, omdat de moderniteit hen in wezen vreemd is.”

Hoe bedoelt u dat?

“We moeten ons realiseren dat de moderniteit en onze secularisatie voor westerlingen iets is wat voortkomt uit hun eigen traditie. Westerlingen die het christendom achter zich laten, hoeven zichzelf daarmee niet op te geven. Ze kunnen het gevoel hebben dat ze een ontwikkeling vervullen die diep in hun traditie besloten lag. De Verlichting komt uit hun eigen traditie. Voor moslims ligt dit anders, en daarom bieden zij ook veel meer weerstand.”

Veelal wordt gedacht: moslims zullen zich aanpassen, zoals de westerse christenen dat gedaan hebben.

“Wel, dat is bepaald niet de les die de geschiedenis ons leert. Ook in onze eigen tijd zie ik daar helemaal geen aanwijzingen voor. Integendeel zelfs.”

Een bekende islamoloog, professor Urbain Vermeulen, benadrukt dat islam maar voor tien procent religie is en voor negentig procent wat anders: een visie op de samenleving, op de mens, op de rollen van man en vrouw enzovoort.

“Exact. Dat is het punt. Een persoon kan zich blijven identificeren met de islam, zonder diep religieus te zijn. Ik heb de indruk dat als moslims ergens op de wereld een gemeenschap stichten, er meteen ook een intens cultureel leven ontstaat. Wat dat betreft staat de islam dichter bij het jodendom. Hoewel het christendom wel degelijk ook een christelijke cultuur voortbracht, zien wij dat niet als de kern van de zaak. Als je niet gelooft, ben je in onze visie geen christen meer. Bij een moslim of een jood ligt dat anders. En dat is precies de reden waarom ik betoog dat het enige antwoord dat het christendom op de druk van de islam kan geven, een nieuwe christelijke cultuur en beschaving is, waar mensen zich mee kunnen identificeren, méér dan met de religie alleen. Die relatie tussen religie en cultuur was trouwens oorspronkelijk ook in het Westen nauwer. Maar de Verlichting heeft daar een wig tussen gedreven.”

Meer concreet gesproken, in welke richting zou het christendom zich moeten ontwikkelen?

“Ik denk dat dit voor de hand ligt: denk aan scholen bijvoorbeeld. Het dagelijks leven zou de kenmerken van christelijke cultuur moeten uitlichten. Wat bijvoorbeeld funest is geweest, is de ontheiliging van de zondag. De bisschoppen staan toe dat de zondagsmis gevierd wordt om vijf uur ’s zaterdagsmiddags. Mensen wippen daar binnen en hebben dan de hele zaterdagavond en zondag voor zichzelf, zonder enig gevoel dat ze horen bij een gemeenschap die een andere kalender heeft. Dan worden ook nog de feesten weggehaald die in de week gevierd worden. De enige dag die overblijft, hadden we deze week: Aswoensdag. De kerken zitten hier dan bomvol. Dat is een krachtig teken.”

Is het Tweede Vaticaans Concilie achteraf bezien niet een verzwakkende ontwikkeling geweest?

“Nu, vijftig jaar later, moeten we zeggen dat de resultaten gemengd zijn. De behoefte aan hervorming werd zo diep en wijd gevoeld, dat er wel iets moest gebeuren. De Kerk moest zich wel uitspreken over godsdienstvrijheid en de relatie met andere godsdiensten. Dat is met veel succes gebeurd. Maar in liturgisch opzicht was de hervorming te extremistisch, te zeer een breuk. De hervormers keken neer op zaken die de katholieke cultuur bij elkaar hielden, zoals de rozenkrans en devotionele en paraliturgische praktijken als het lof. De vastenregels zijn praktisch opgeheven. Op het kloosterleven, ongelofelijk belangrijk voor het uitdragen en voortzetten van de katholieke cultuur, betekende de hervorming praktisch een aanslag. Dat was schadelijk en reduceerde de identiteit van katholieken tot de zondagsviering. Wat dat betreft zijn het net protestanten geworden, ook in mijn land.”

Dat is allemaal geen terugtreden voor de islam geweest, maar voor de secularisatie.

“Ja, in plaats van weerstand te bieden. Ook zijn nieuwe kerken niet meer de prominente accenten in de aanblik van de stad. Ze zien eruit als om het even welk ander gebouw. Allemaal kleine dingetjes, maar alles bij elkaar heeft het een grote uitwerking op de levens van mensen. En dan nog iets heel belangrijks, waarin katholieken en evangelicals hier werkelijk de goede strijd gestreden hebben: niet toegeven op de sociale kwesties. Beseffen dat de wetten de levens van ons allemaal vorm geven en dat je moet proberen weerstand te bieden aan ondermijnende veranderingen. De laatste twintig jaar heeft men dit trachten te doen met een beroep op de natuurwet. Ik vind dat dit niet gewerkt heeft. Het betekende het getuigenis ontdoen van zijn religieuze inhoud. Dit is waar mijn oude vriend Neuhaus zijn leven lang voor gevochten heeft: dat religieuze overtuigingen wel degelijk een plaats hebben in de publieke arena, en dat ze daar geuit moeten worden in hun authentiekste vorm. Religieuze taal heeft emotionele kracht. Het is niet alleen een zaak van logica, argumentatie en wijsbegeerte. Tegen de regering-Obama gaat dit nu nog sterker spelen. Maar die strijd kunnen we aan. Het christendom is hier robuust, ook intellectueel gesproken. Ik kom net terug van Ave Maria University in Florida. Er zijn hier wel tien of twaalf van die nieuwe katholieke universiteiten bijgekomen. Europa? (lacht) Ik ben erg sceptisch over Amerikaanse intellectuelen die zich hogepriesterlijk uitspreken over wat Europa allemaal zou moeten doen. Daar kunnen jullie vast zelf verstandiger dingen over zeggen dan ik.”
Alles op deze webstek mag overgenomen worden mits duidelijke bronvermelding. De redactie van Klauwaert