zaterdag, december 15, 2007

De nalatenschap van Hugo Schiltz


Wie moet Vlaams Belang, Lijst Dedecker en N-VA samen­brengen om een Forza Flandria op te richten? Een opvol­ger voor de betreurde Hugo Schiltz dient zich niet aan.

Enkele weken geleden onthulde Paul Doevenspeck in Knack dat Hugo Schiltz een jaar voor zijn dood een gesprek had met Gerolf Annemans. Het voormalige VU-boegbeeld wilde een platform voorbe­reiden dat kon uitgroeien tot een Forza Flandria. Een partij met meer dan 30 pro­cent van de Vlaamse stemmen vormt na­melijk het perfecte breekijzer voor de op­richting van een onafhankelijke natie, een gedachte die Schiltz op het einde van zijn leven openlijk beleed. Leden van Spirit — de partij waar Schiltz uiteindelijk terechtkwam — hoonden de woorden van de advocaat weg. Ook Schiltz' zoon Willem-Frederik, kamerlid voor Open VLD, en Paul Huybrechts, door Schiltz' weduwe ingehuurd om een bio­grafie te schrijven, maakten brandhout van het verhaal. Schiltz verfoeide het ex­treemrechtse rapaille. Het gesprek was slechts een vriendendienst voor Doeven­speck, een financier die steevast militeert voor de Forza Flandria. De Vlaams-Nationale Debatclub nodigde Doevenspeck afgelopen donderdag uit om zijn verhaal toe te lichten. De inne­mende man veegde met de diverse critici de vloer aan, al spaarde hij piëteitsvol diens zoon. Schiltz praatte uit eigen over­tuiging ten huize van Doevenspeck met Annemans over een mogelijke hergroepe­ring. Volgens Doevenspeck was Schiltz er­van overtuigd dat de negatie van ee'n mil­joen Belang-kiezers de Vlaamse natievor­ming in gevaar bracht. De minister van Staat verwierp het cordon. Vlaams Belang moest die schutskring doorbreken. Historicus en potentieel Schiltz-biograaf Frans-Jos Verdoodt bevestigde Doeven-specks verhaal. Dagboekfragmenten van de politicus zouden kristalhelder lezen. Volgens Verdoodt was Schiltz — die maar niet oud leek te worden — op het eind van zijn leven teruggekeerd naar het 'geloof van zijn jeugdjaren' en 'een fervent Vlaams-nationalist geworden die de Vlaamse natie wilde realiseren'. Daarbij dacht hij in de eerste plaats strategisch, niet ideologisch. Schiltz vond dat onder­handelingen met Franstaligen overbodig waren geworden om de onafhankelijk­heid uit te roepen. Kortom, hij had op het einde van zijn leven een bocht gemaakt. Dagboekfragmenten zouden bovendien bewijzen dat de Antwerpenaar zich bij Spirit niet thuis voelde. Johan Vande Lanotte, voorman bij kartelpartner SP.A, vond hij veel te soft in communautaire dossiers. Ook Spirit zelf gaf nauwelijks blijk van slagkracht. Zo moest Schiltz Spirit-voorzitter Geert Lambert dwingen om in 2005 de stekker uit het BHV-overleg te trekken. Maar zijn viscerale afkeer voor Geert Bourgeois verhinderde elke toena­dering tot de N-VA.

Ondertussen is Schiltz al meer dan een jaar dood. Doevenspeck betreurde dat er niemand opstond om in zijn voetsporen te treden en van Vlaams Belang, Lijst De­decker en de N-VA een groot geheel te ma­ken. Bij momenten viel de naam van N-VA-voorzitter Bart De Wever. Die heeft het brein en de branie. Maar de N-VA zit in een verbond met CD&V en onderhan­delt mee over een nieuwe regering. Het aanwezige N-VA-kamerlid Jan Jam­bon benadrukte dat die strategie met CD&V nog steeds werkt. 'Maar als we geen resultaten boeken dan kan het met het kartel snel gedaan zijn.'Andere opties wa­ren dan niet uitgesloten. Maar Jambon had geen zin om met Vlaams Belang in een cordon te gaan zitten, hoewel hij het veroordeelde. Ook hij vond het een taak voor Vlaams Belang om dat cordon te dwarsbomen.

Gerolf Annemans (Vlaams Belang) zag evenmin een reden om de 'koude oorlogssituatie' te doorbreken. Maar hij sloot niets uit mocht de toestand over enkele jaren uit de hand lopen. Ten gronde gaf hij Schiltz wel gelijk: 'Het einde van dit ko­ninkrijk moet georganiseerd worden. Daarvoor moeten we alle krachten bun­delen.' Het succes van CD&V/N-VA deed hem steeds meer in een Forza Flandria-verhaal geloven. Maar eerst was er 'histo­risch debacle' — bijvoorbeeld de afgang van de eerste regering Leterme — nodig om de geesten bij elkaar te brengen Jean-Marie Dedecker bleef erg op zijn hoede. Na ooit zowel door de N-VA (op vraag van Yves Leterme) als door Vlaams Belang (op vraag van Marie-Rose Morel) te zijn buiten gewerkt, was hij bijzonder 'achterdochtig' geworden over mogelijke vormen van samenwerking. De eensge­zindheid waarmee alle Vlaamse partijen de splitsing van B-H-V steunden, vond hij een 'schoon' moment. Het publiek van de Vlaams-Nationale De­batclub zette ondertussen een boutade van Verdoodt in de verf. 'In de Vlaamse beweging zijn we veel te snel met het uit­delen van gele kaarten. Schiltz kreeg zelfs een rode kaart,' zei hij. De Vlaams Belang­aanhangers lieten de professor soms niet uitspreken. De naam Schiltz maakte de hevigste reacties los. Juist daarom blijft een mogelijke samen­werking een moeilijk verhaal. Want zoals Groen! en SP.A vechten om de linkse kie­zers, ruziën de separatisten onder elkaar. Daarbij gaat het steeds om de vraag wie de zuiverste der zuiveren is. De manier waarop dat separatisme etnisch moet worden ingevuld en de collaboratie wor­den geïnterpreteerd, veroorzaakt een bij­komende scheiding der geesten. Of zoals Verdoodt het uitdrukte. 'Schiltz was iets te werelds voor de ingetogen Vlaamse beweging.'


DE HANDELINGEN

BART BRINCKMAN in De Standaard van zaterdag 15 december 2007




Alles op deze webstek mag overgenomen worden mits duidelijke bronvermelding. De redactie van Klauwaert