Wie moet Vlaams Belang, Lijst Dedecker en N-VA samenbrengen om een Forza Flandria op te richten? Een opvolger voor de betreurde Hugo Schiltz dient zich niet aan.
Enkele weken geleden onthulde Paul Doevenspeck in Knack dat Hugo Schiltz een jaar voor zijn dood een gesprek had met Gerolf Annemans. Het voormalige VU-boegbeeld wilde een platform voorbereiden dat kon uitgroeien tot een Forza Flandria. Een partij met meer dan 30 procent van de Vlaamse stemmen vormt namelijk het perfecte breekijzer voor de oprichting van een onafhankelijke natie, een gedachte die Schiltz op het einde van zijn leven openlijk beleed. Leden van Spirit — de partij waar Schiltz uiteindelijk terechtkwam — hoonden de woorden van de advocaat weg. Ook Schiltz' zoon Willem-Frederik, kamerlid voor Open VLD, en Paul Huybrechts, door Schiltz' weduwe ingehuurd om een biografie te schrijven, maakten brandhout van het verhaal. Schiltz verfoeide het extreemrechtse rapaille. Het gesprek was slechts een vriendendienst voor Doevenspeck, een financier die steevast militeert voor de Forza Flandria. De Vlaams-Nationale Debatclub nodigde Doevenspeck afgelopen donderdag uit om zijn verhaal toe te lichten. De innemende man veegde met de diverse critici de vloer aan, al spaarde hij piëteitsvol diens zoon. Schiltz praatte uit eigen overtuiging ten huize van Doevenspeck met Annemans over een mogelijke hergroepering. Volgens Doevenspeck was Schiltz ervan overtuigd dat de negatie van ee'n miljoen Belang-kiezers de Vlaamse natievorming in gevaar bracht. De minister van Staat verwierp het cordon. Vlaams Belang moest die schutskring doorbreken. Historicus en potentieel Schiltz-biograaf Frans-Jos Verdoodt bevestigde Doeven-specks verhaal. Dagboekfragmenten van de politicus zouden kristalhelder lezen. Volgens Verdoodt was Schiltz — die maar niet oud leek te worden — op het eind van zijn leven teruggekeerd naar het 'geloof van zijn jeugdjaren' en 'een fervent Vlaams-nationalist geworden die de Vlaamse natie wilde realiseren'. Daarbij dacht hij in de eerste plaats strategisch, niet ideologisch. Schiltz vond dat onderhandelingen met Franstaligen overbodig waren geworden om de onafhankelijkheid uit te roepen. Kortom, hij had op het einde van zijn leven een bocht gemaakt. Dagboekfragmenten zouden bovendien bewijzen dat de Antwerpenaar zich bij Spirit niet thuis voelde. Johan Vande Lanotte, voorman bij kartelpartner SP.A, vond hij veel te soft in communautaire dossiers. Ook Spirit zelf gaf nauwelijks blijk van slagkracht. Zo moest Schiltz Spirit-voorzitter Geert Lambert dwingen om in 2005 de stekker uit het BHV-overleg te trekken. Maar zijn viscerale afkeer voor Geert Bourgeois verhinderde elke toenadering tot de N-VA.
Ondertussen is Schiltz al meer dan een jaar dood. Doevenspeck betreurde dat er niemand opstond om in zijn voetsporen te treden en van Vlaams Belang, Lijst Dedecker en de N-VA een groot geheel te maken. Bij momenten viel de naam van N-VA-voorzitter Bart De Wever. Die heeft het brein en de branie. Maar de N-VA zit in een verbond met CD&V en onderhandelt mee over een nieuwe regering. Het aanwezige N-VA-kamerlid Jan Jambon benadrukte dat die strategie met CD&V nog steeds werkt. 'Maar als we geen resultaten boeken dan kan het met het kartel snel gedaan zijn.'Andere opties waren dan niet uitgesloten. Maar Jambon had geen zin om met Vlaams Belang in een cordon te gaan zitten, hoewel hij het veroordeelde. Ook hij vond het een taak voor Vlaams Belang om dat cordon te dwarsbomen.
Gerolf Annemans (Vlaams Belang) zag evenmin een reden om de 'koude oorlogssituatie' te doorbreken. Maar hij sloot niets uit mocht de toestand over enkele jaren uit de hand lopen. Ten gronde gaf hij Schiltz wel gelijk: 'Het einde van dit koninkrijk moet georganiseerd worden. Daarvoor moeten we alle krachten bundelen.' Het succes van CD&V/N-VA deed hem steeds meer in een Forza Flandria-verhaal geloven. Maar eerst was er 'historisch debacle' — bijvoorbeeld de afgang van de eerste regering Leterme — nodig om de geesten bij elkaar te brengen Jean-Marie Dedecker bleef erg op zijn hoede. Na ooit zowel door de N-VA (op vraag van Yves Leterme) als door Vlaams Belang (op vraag van Marie-Rose Morel) te zijn buiten gewerkt, was hij bijzonder 'achterdochtig' geworden over mogelijke vormen van samenwerking. De eensgezindheid waarmee alle Vlaamse partijen de splitsing van B-H-V steunden, vond hij een 'schoon' moment. Het publiek van de Vlaams-Nationale Debatclub zette ondertussen een boutade van Verdoodt in de verf. 'In de Vlaamse beweging zijn we veel te snel met het uitdelen van gele kaarten. Schiltz kreeg zelfs een rode kaart,' zei hij. De Vlaams Belangaanhangers lieten de professor soms niet uitspreken. De naam Schiltz maakte de hevigste reacties los. Juist daarom blijft een mogelijke samenwerking een moeilijk verhaal. Want zoals Groen! en SP.A vechten om de linkse kiezers, ruziën de separatisten onder elkaar. Daarbij gaat het steeds om de vraag wie de zuiverste der zuiveren is. De manier waarop dat separatisme etnisch moet worden ingevuld en de collaboratie worden geïnterpreteerd, veroorzaakt een bijkomende scheiding der geesten. Of zoals Verdoodt het uitdrukte. 'Schiltz was iets te werelds voor de ingetogen Vlaamse beweging.'
DE HANDELINGEN
BART BRINCKMAN in De Standaard van zaterdag 15 december 2007