dinsdag, januari 08, 2008

PARABEL VAN DE VERSTOPTE RIOLERING

De klassiek-liberale politieke club Nova Civitas kent de Prijs van de Vrijheid dit jaar toe aan Urbain Servranckx, alias Urbanus, voor zijn consequente verdediging van het recht op de vrije meningsuiting. Dit is de bekorte versie van de gelegenheidstoespraak van URBANUS.

Goedenavond linkse kaviaarsocialisten en rechtse wereldverslechteraars. Kortom, beste vrienden.

Ik ben heel trots de Prijs van de Vrijheid in ontvangst te mogen nemen, maar ik snap niet goed waaraan ik hem verdiend heb. Waarschijnlijk omdat ik die 28 crimine¬len heb helpen ontsnappen uit de gevangenis van Den-dermonde. Ik ben namelijk dat telefoonkot daar gaan zetten. Of misschien omdat ik op dit moment bekender ben dan de prijs zelf. De Prijs van de Vrijheid heeft dus eigenlijk Urbanus gekregen. Wat kunt ge daar eigenlijk mee aanvangen, vraag ik mij af.
Ayaan Hirsi Ali heeft hem ook gekregen en zie wat voor een rustig leventje dat meiske nu heeft. Ik zou een collega van mij willen introduceren, met wie ik vroeger nog gevoetbald heb in 4de provinciale, Jezus van Nazareth. Wij droegen mekaars pruik en hij was nog meer paranoïde dan ik. Jezus had altijd een hoop volk achter zijn gat lopen. Hij had daar schrik van en liep daar van weg, maar dat volk bleef hem achternalopen, want zij dachten dat hij hen ging redden. Ze hebben daar later een boek over geschreven. Die achtervolgelingen riepen alsmaar 'Jezus doe nog eens die sketch van die barmhartige Samaritaan?' Jezus, dat was een goeie sul en zei oké. Hij zag dat zijn publiek nogal simpel van geest was en daarom bracht hij zijn sketchen in de vorm van een parabel. Dat was makkelijker om te ver staan.

Ik heb hier eens in de zaal gekeken en... Als eerste parabel zou ik willen beginnen met 'De parabel van de verstopte riolering'. In 1971, in volle hippieperiode, ben ik al liftend naar Kathmandu getrokken. In Iran had ik al een zeven¬tal vrienden gemaakt en wij logeer¬den allemaal samen in hotel 'De Sultans of Swing'. Die mensen waren daar supervriendelijk en gedienstig. Het eten en de bedden, dat was allemaal dik in orde, maar de toiletten, dat was wat minder. Daar stond geen toiletpot, er zat gewoon klein gaatje in een betonnen vloer. En er was ook geen wc-papier, dat was nog erger. Er stond enkel een kruikje met water. Dat water moest ge tegen uw kont kletsen totdat uw achterlicht weer proper knipperde. Dat voelde toch niet zo lekker aan en wij smokkelden telkens stiekem een gazet mee binnen. Na een paar da¬gen vonden die mensen ons ineens niet meer zo sympathiek want heel de riolering van dat hotel zat verstopt. Wij werden vies bekeken en voelden ons daar niet meer op ons gemak. Eén ding kan ik met absolute zekerheid zeggen, er was daar geen Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding voorhanden om dat hotel te verplichten hun rioleringsysteem aan ons aan te passen. Ze hadden er iets veel humaner op gevonden. Ze hebben ons daar gewoon buitengesmeten. Tot daar de eerste parabel. Wel, net als die Iraniërs zijn wij van nature heel gastvrij en heel verdraagzaam, maar de laatste jaren zijn er bij ons ook nogal wat rioleringen verstopt geraakt omdat er iemand een mand rotte appels had 'doorgesjast' en daarmee is de vriendelijkheid er hier ook een beetje uit. De mensen maar bellen om hulp, maar de ontstoppings-dienst lag politiek correct te maffen. De tweede parabel is een gevolg van de eerste: 'De parabel van het verschoten konijn'.

Een konijn zat rustig zijn klavers te knabbelen. De zon scheen en er kwam een eekhoorn bij zitten. Ze vertelden wat grappen over eikels en denappels. Toen kwam een vriendelijk lachende vos bij het gezelschap zitten. Met¬een schoten het konijn en de eekhoorn weg en ze verstopten zich angstig onder een struik. De vos zei verbouwereerd: 'Waarom kijken jullie zo raar? Ik kom hier gewoon wat in de zon zitten. Hebt ge iets tegen mijn ros haar misschien? Zijn jullie racisten?' 'Maar nee vos', zei het konijn, 'uw ros haar, dat kan ons absoluut niet schelen en er is hier zon genoeg, maar ik herinner mij een paar bloederige incidenten met gasten die net zoals gij van dat ros haar hadden, en daarmee weten wij nu niet zeker of gij hier komt om in de zon te zitten of om onze kop af te bijten.'
Tot daar de tweede parabel. De ontstoppingsdienst raasde voorbij, maar te laat, de argwaan had zich al in de harten genesteld en dat zijn vlekken die er moeilijk uitgaan.

Maar er is hoop, er is een nieuwe profeet opgestaan, Karel De Gezalfde. Sedert die de zeven wereldzeeën heeft afgeschuimd, weet hij de boel hier aardig te relativeren. 'Mensen, waf maken wij ons druk om Brussel-Halle-Vilvoorde, in Afrika is er een seksuele genocide aan de gang. Vrouwen worden er massaal verkracht, verminkt en vermoord. En wij maken ons hier druk over Franstaligen die in Vlaanderen op Franstaligen kunnen stemmen.'
En inderdaad, hij heeft gelijk. Als je dit probleem van op de maan bekijkt, is het onrecht in Afrika groter dan het onze. Maar wij zitten nu eenmaal niet op de maan, wij" zitten hier. Moeten we dan ieder klein onrechtje laten woekeren zolang het grote onrecht niet is opgelost? Het gaat er niet om hoe groot of hoe klein onrecht is, het gaat erom dat het onrecht is. Iedereen moet op zijn cirkeltje daar iets proberen aan te doen. En BHV ligt toevallig in onze cirkel. Kan iemand ons nog eens duidelijk uitleggen waar die ruzie met de Walen over gaat? Pompt Vlaanderen effectief pakken geld in Wallonië? En zo ja, wat doen die daar dan mee? Wij hebben toch het recht dat te weten? Wij, Vlamingen, worden aan alle kanten beboet en geplunderd, het zou toch beleefd zijn als men ons zegt waar dat goed voor is. Wij zitten opgescheept met duizenden venijnige graafjes van Alva die ons binnenstebuiten keren: 'Meneer, u brengt hier een soepmixer in als onkosten, maar ik heb ontdekt dat u uw oude mixer hebt hersteld en tweedehands verkocht, waar is dat recuutje? Terwijl aan de andere kant iemand met cataract achter een loket zit: 'U hebt 58 kinderen, zegt u, en u wilt een grotere sociale villa... Komt in orde.' En dan zijn ze verbaasd dat er clichés ontstaan. 'Belgen zijn dom!' Ja, haha, dat is folklore. 'Fransmannen zijn arrogant!' Haha, wees maar zeker. 'Hollanders zijn gierig!' En geen klein beetje, haha. 'Walen zijn lui!' Quoi?Ha non! C'est une honte! Un vrai scandale! Het bewijs komt echter uit verrassende hoek, namelijk de videoindustrie. Er worden veel meer dvd's verkocht in Wallonië dan in Vlaanderen. Wie heeft het meeste tijd om daar naar te kijken, denk je? Haha, maintenant toi!

We mogen niet veralgemenen natuurlijk, want neem nu Justine Henin. Eindelijk eens een Waalse die geld opbrengt. Loopt ze ermee naar Monaco. Justine je vous enprie, reviens et montre la Wallonië comment on fait. Caroline Gennez stond onlangs in de woestijn te roepen: 'De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.’ Dat klinkt fair, maar jammer genoeg weten de dragers intussen dat er nogal wat sterke schouders verstopt zitten tussen de zware lasten. Als we dit principe nu eens overhevelen naar studenten. Sommigen blokken zich te pletter in de hitte van de zomer, anderen hangen intussen in 't café of in de fontein. Zij die hard geblokt hebben, zijn gesfaagd, de je m'enfoutisten zijn gezakt. Dan komt Caroline. We zullen van de onderscheidingen een pak punten afpakken en aan de gebuisden geven, dan halen die ook hun diploma. Let op mijn woorden, volgend jaar liggen er tien keer meer in de fontein. De mensen zijn gelukkig nog niet helemaal verzuurd, ze zijn best bereid om anderen te helpen als het erop aankomt. Kijk maar met wat een gul hart men heeft gereageerd op de tsunamiramp. Met dat geld alleen al kunnen ze een dijkbouwen rond de Indische oceaan. Ik vind het trouwens heel verrassend dat er van dat tsunamigeld niks naar Wallonië werd getransfereerd. Dat heeft de PS dan toch over het hoofd gezien. Maar al bij al leven wij in het schoonste land van de wereld. Ik zie toch nog redelijk wat overblijfselen van een vredige beschaving. De mensen wachten beleefd hun beurt af bij de bakker. In de file zet iedereen zich spontaan opzij als er achteraan een ambulance aankomt. Dat moeten we koesteren. De nachtmerrie is dat we bij de bakker staan aan te schuiven. Een ambulance met loeiende sirene stopt vlak voor de winkel. Er komen twee ambulanciers uitgesprongen en met hun draagberrie stormen ze de winkel binnen. Iedereen gaat opzij, roept die ambulancier tegen de bakker: '4 croissants, 3 boterkoeken en 6 pistolets'. Ja, dan is alles verloren, want vanaf dan gaat niemand nog opzij voor een ambulance.


Urbanus

zie ook: http://www.visionair-belgie.be/Artikels/Urbanus.htm

Alles op deze webstek mag overgenomen worden mits duidelijke bronvermelding. De redactie van Klauwaert