De moord op Guido De Moor is geen toeval, en het bus-'incident' geen alleenstaand feit. Dat blijkt uit de bloedstollende getuigenis van de Belgische Sonia van Komen. Sonia werd als buschauffeur vijf jaar geleden zwaar gemolesteerd en heeft aan het voorval een levenslang trauma overgehouden. Maar na de recente moord op een bus in Antwerpen kan en wil ze niet langer zwijgen: 'Ik ben vijf jaar bang geweest. Maar nu wordt het tijd om mijn gezicht te laten zien. Ik ben zo kwaad.'
Het horrorverhaal begint aan de Sinksenfoor. Toen een Marokkaans koppel met buggy, grote beer, kind met een pak friet en een kinderfietsje de bus wilde opstappen, maakte Sonia daarover een onschuldige opmerking: 'Excuseer, maar dat fietsje met die zijwieltjes kan niet op de bus, want daarmee brengt u de veiligheid van andere passagiers in het gevaar'. 'De man vloog uit en binnen de kortste keren keerde heel de bus, die op dat ogenblik vol Marokkanen zat, zich tegen mij. Ik werd uitgescholden voor 'racist''. De gebruikelijke reactie van allochtoontjes die hun zin niet krijgen. Hun aangeleerd door de vluchtelingen-industrie.
Sonia had uit de anti-agressielessen van De Lijn begrepen dat ze beter niet kon reageren op het verbale geweld. Maar omdat ze aanvoelde dat de zaak uit de hand kon lopen, verwittigde ze toch maar haar baas. Op hetzelfde moment passeerde er een politiecombi, die ze kon tegenhouden. 'Twee agenten stapten in de bus. Ze maanden de passagiers aan om niet meer te eten in de bus en om zich wat rustiger te gedragen.' 'Rij maar door, mevrouw. Ze zijn gekalmeerd.' De politiemannen stapten weer uit. Maar toen begon de ellende pas echt.
'Het ging van kwaad naar erger. De mensen in de bus begonnen van alles kapot te maken. Een Belgische dame die in de Sint-Gumarusstraat op de bus stapte, was zodanig bang dat ze vroeg of ze bij mij mocht blijven staan. En toen ik het Stuivenbergziekenhuis naderde, zag ik dat een hele groep Marokkanen me stond op te wachten. Ze waren via gsm opgetrommeld door mensen in de bus.'
'Op datzelfde moment stapte een passagier naar voor. Hij begon me te slaan en trok aan mijn stuur. Ik ben bruusk gestopt, omdat ik anders een wassalon zou zijn binnengereden. Onmiddellijk kwamen alle Marokkanen aan het Stuivenbergziekenhuis naar me toegelopen. Ze omsingelden de bus en sloegen de ruiten stuk. Ik ben blijven zitten. Zelfs de politie kreeg de massa niet kalm. Uiteindelijk is er een interventieteam met matrakken (gummi-knuppels - Red.) aan te pas gekomen'.
Maar daar bleef het niet bij. Sonia van Komen: 'Ik ben ook bedreigd met de dood. 'Waar woont die madame?', riepen ze de hele tijd. 'We vinden ze wel'. Een jonge gast zei: 'Ik maak u kapot. Ik zit er niet mee in, want ik zal uit 'den bak' komen als een held'. Hij deed alsof hij een mes vasthad en maakte een beweging in de richting van mijn keel.'
Tot zover het relaas van de gewezen buschauffeur. Gewezen, inderdaad, want Sonia heeft de aanval nooit verwerkt en moest haar werk opgeven. Ook vijf jaar later heeft ze nog schrik en durft ze zonder honden de straat niet meer op. De recente gebeurtenissen geven haar een wrang gevoel. 'Ik kreeg destijds van het hoofd van het personeelsbeleid van De Lijn te horen dat ik er toch 'goed vanaf gekomen was'. Ik heb die dame toen gevraagd of ze dan aan het wachten was op een dode op de bus. Ze antwoordde mij dat het zo'n vaart wel niet zou lopen.'
Waarom lees ik deze dingen nooit in de krant? Ik ken zelf ook medewerkers van de Lijn en die mensen zeggen zelf wij vragen niet meer aan de mensen die opstappen. Het is gewoon te gevaarlijk geworden. Er is zo goed als niemand meer die betaald voor zijn rit buiten een enkeling, een brave Vlaming. De media verzwijgt systematisch al deze incidenten in opdracht van de beleidspartijen. Ze willen immers niet nog meer kiezers verliezen. En daar zijn alle manieren goed genoeg voor.