Gent, 14 oktober 2008
Dames en Heren,
Op 27 februari 2009 zal het tachtig jaar geleden zijn dat Dr. Jan Oscar de Gruyter overleed. Zijn beschermd monument stond voor kort tegen de westelijke muur van het kerkhof te Gentbrugge. In oktober 2007 stuurden mijn moeder en ik een brief naar de Schepen voor Cultuur met de vraag om dit monument op te knappen. Deze aanvraag kwam terecht bij de dienst Monumentenzorg. Deze dienst nam contact op met de Burgerlijke Stand en na mijn navraag bij de Directeur heeft zij mij aangeraden opnieuw te schrijven met haar groeten naar de Directeur Monumentenzorg. Zou daar een beslissing volgen om een toelage toe te kennen van een subsidie van 1500 euro evenredig verdeeld over de staat, de Vlaamse Gemeenschap en de stad, dan bevond het graf met gebroken, oud Vossenplaket, zich in een betere staat. Ondertussen is het monument 851 verhuisd naar een aanpalende rij. De kapotte graven worden opgeruimd, bij een beschermd monument gaat het verval verder.
Onnodig te zeggen wie Dr. Jan Oscar de Gruyter was?
Ik haalde in 1969 een diplomaatje voor de voordrachtwedstrijd, door deze Vlaamse Beweger in het leven geroepen. Maar ik wil nog meer in herinnering brengen: dat ik naast de vermelding in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (eerste uitgave) nog acht vermeldingen gevonden heb in het werk van Dr. H. A.. Elias.
‘Hij richtte het Vlaamse Volkstoneel op, trok daarmee door Vlaanderen; zetelt in het erecomité van de IJzerbedevaart; is medestichter van S.V. Uilenspiegel; houdt een toespraak op 14/9/1919 te Roeselare bij het terugplaatsen van het standbeeld van Rodenbach; houdt een voordracht met een schets voor een federale organisatie; bij de Stichting het Veem:”Ich wijch niet af” is hij in 1920 lid; bij het Vlaams Nationaal Secretariaat vindt men hem in 1924 terug. Schalks staat ook vermeld : op 4 juli 1929 wordt hij door het Hof uitgenodigd het stuk “De Geschiedenis van de Soldaat” te brengen. Tegen de afspraken in waren de uitnodigingen eentalig Frans. Met een schriftelijke gemotiveerde weigering en met de tweetalige uitnodigingen werd “Elckerlijck” gespeeld.’
Vorig jaar bracht Prof. Taeldeman, in samenwerking met de Academie voor Taal- en Letterkunde, de eerder onuitgegeven doctoraatsthesis van Dr. Jan Oscar de Gruyter uit.
Dit is een prachtige verhandeling over het Gentse dialect met als meest opvallend gegeven dat men toen in de aanpalende gemeente Ledeberg anders praatte dan de Gentenaar.
Het zal u bekend zijn dat in WOI Dr. Jan Oscar de Gruyter toneelvoorstellingen gaf aan het front om de Vlaamse soldaten een hart onder de riem te steken bij de Franse bevelen. Later werd hij ook directeur van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg te Antwerpen. Ook het Kadoc te Leuven beschikt over heel wat informatie van deze Vlaamse voortrekker.
Ik bezit een huldigingboekje uit 1979 ingeleid door Mevr. R. De Backer-Van Oncken, Minister van Nederlandse Gemeenschap met een dankwoord aan de Gentse Melomanen. De brochure telt zeventig bladzijden en verhaalt het rijke leven van deze acteur en stichter van het Vlaamse Volkstoneel.
Bedoeling van mijn bijdrage is de studentenwereld warm te maken om in stijl van Dr. Jan Oscar de Gruyter een grafrede uit te spreken ter gelegenheid van een herdenking van deze kunstenaar. Geen wishful thinking, maar Sturm und Drang moet toch nog bij de Vlaamse studenten te vinden zijn.
Rozemarijn Plompen