De geschiedenis van één van de meest beruchte organisaties uit de Vlaamse beweging, de Vlaamse Militanten Orde, kortweg VMO, kan verteld worden in twee delen. In deze bijdragen wordt deel één van deze geschiedenis voor u ten berde gebracht.
De VMO ontstond in 1950, in woelige tijden voor de Vlaamse beweging. De Vlaamse beweging was een zware klap toegediend door de repressie. Wie zich openlijk manifesteerde als Vlaams-nationalist kreeg het aan de stok met pseudoweerstanders die meenden vorst en vaderland nog steeds te hoeven verdedigen tegen het fascistische gevaar. Het kwam bij vergaderingen van Vlaams-nationalisten die zich reorganiseerden dus ook regelmatig tot opstootjes. Om weerwerk te bieden tegen overijverige ex-verzetslui en consorten richtte Bob Maes een militantenorganisatie op om deze Vlaams-nationalistische bijeenkomsten te beveiligen. De VMO werd in eerste instantie ook de propagandagroep van de Vlaamse Concentratie, een vroege poging om weerom een Vlaams-nationalistische partij op te richten. In maart 1952 werd de VMO officieel opgenomen in de structuur van de Vlaamse Concentratie. In verschillende Vlaamse steden ontstonden kleine VMO-groepen. De gedachte aan de partijmilities van voor de oorlog was uiteraard niet veraf, daarom kreeg de VMO geen echte structuur, maar bestond de organisatie uit kleine groepen. De Vlaamse Concentratie verdween en de Volksunie kwam in de plaats. De Volksunie steunde de werking van de VMO, maar wenste een duidelijke inpassing van de organisatie in de partijstructuur.
In 1959 onderwierp de VMO zich aan de partijstatuten van de Volksunie. In 1958 kwam Wim Maes, geen familie van Bob Maes, aan de leiding van de Antwerpse VMO. Hij zou uitgroeien tot de feitelijke leider van de VMO. De Antwerpse groep groeide snel aan tot meer dan honderd vaste militanten. Maes richtte een muziekkapel op, zodat men openlijk een uniform zou kunnen dragen zonder beticht te kunnen worden van het vormen van een privé-militie. De VMO kreeg veel steun van de basis van de VU, maar de partijtop was minder enthousiast over de nieuwe stijl. De verhouding tussen de VU en de VMO werd door een aantal incidenten onhoudbaar.
Vanaf 3 oktober 1963 gingen de VMO en de VU hun eigen weg. Er werd een tussenoplossing gezocht, de Antwerpse groep werd omgevormd tot de Volksunie Militanten. Andere groepen weigerden. De Volksunie Militanten bleven op eigen houtje aan harde actie doen, in juni 1966 kwam er dan ook een definitieve breuk. De Volksunie Militanten werd terug VMO.
In 1966 was de VMO aanwezig bij de betoging van 31 januari tegen de sluiting van de mijn (zie artikel "De geschiedenis van Zwartberg). De VMO brak door de linies van de rijkswacht, gevolgd door de mijnwerkers. Later zouden ze nog acties van de mijnwerkers ondersteunen.
In 1966 was de VMO aanwezig bij de betoging van 31 januari tegen de sluiting van de mijn (zie artikel "De geschiedenis van Zwartberg). De VMO brak door de linies van de rijkswacht, gevolgd door de mijnwerkers. Later zouden ze nog acties van de mijnwerkers ondersteunen.
Op 3 oktober 1968 overleed Wim Maes. 't Pallieterke sprak van een "princelijke" begrafenis. De organisatie bleef achter zonder leider. Tijdens een proces tegen Maes in november 1963 sprak een magistraat, een dienaar van het Belgisch rechtssysteem: "Wim Maes is een eerlijk man. Hij heeft gehandeld zuiver uit idealisme. Tijdens het vooronderzoek heeft hij bewezen dat hij moedig is en zin heeft voor verantwoordelijkheid. Hij heeft ook begrepen dat hij verkeerd handelde."De rechterzijde van de VU bleef steun en fondsen geven aan de VMO. In 1969 kwam het tot een gewelddadige confrontatie tussen de VMO en enkele belgicistische organisaties te Stekene. Het Sint-Maartensfonds wou daar een erepark oprichten om de gesneuvelde oostfronters te huldigen. Het park kwam er. In september 1970 kwam het tot een gewelddadige botsing tussen plakploegen van het "Front Démocratique des Francophones" en de VU, gesteund door enkele VMO'ers. Een FDF'er overleed. Dit incident werd de aanleiding tot de ontbinding van de VMO door Bob Maes op 12 juni 1971.
Over de VMO is veel onzin geschreven en doet veel zever de ronde, later op deze webstek een geschiedenis gepubliceerd worden van de VMO na 1971.De VMO waarover in dit deel gesproken is, is een organisatie die levensnoodzakelijk was voor het opnieuw ontstaan van de Vlaams-nationalistisch organisaties na de tweede wereldoorlog. De VMO is dé belichaming van de (semi)revolutionaire actie, van Vlaamse strijd binnen de Vlaamse beweging tot 1971. De VMO evolueerde steeds meer in de richting van een knokploeg. Toch kan gezegd worden dat over het algemeen de mannen van de VMO: arbeiders, dokwerkers, ambtenaren, zelfstandigen... uit idealisme handelden. Hun daden en namen staan voor eeuwen in 't hart van het volk gebrand.