dinsdag, december 12, 2006

De Griekse tragedie van Bart De Wever


Door Steven Samyn in De Standaard van dinsdag 12 december

Politici benadrukken graag hoe hard hun stiel wel is. In één adem wordt daar meestal aan toegevoegd: If you can't stand the heat, get out of the kitchen. Als je niet tegen de harde kantjes van de job kunt, doe dan iets anders.
Bart De Wever ontpopte zich de voorbije jaren tot het proto­type van de harde, nuchtere, no nonsense-politicus. Zater­dag werd duidelijk hoe hard de politiek zelfs voor zo iemand kan zijn.
Na twee slopende weken — hij vergeleek de periode met een rit op een rollercoaster — zag hij er iets minder imposant en zelfverzekerd uit dan nor­maal. Je moest geen woord wisselen om te weten hoe de man zich voelde. Zijn li­chaamstaai en glazige ogen spraken boekdelen.
Net zoals in een Griekse tra­gedie waarbij de acteurs ver­schillende rollen spelen, werd de N-VA-voorzitter in ver­schillende rollen gedrongen. De Wever staat bekend als een man van zijn woord. Maar hij besefte zaterdag meer dan wie ook dat hij het gegeven woord aan Jean-Marie Dedecker niet had kunnen houden.
De man van zijn woord moest dus wijken voor de partijvoorzitter die zijn plicht moet doen. „Dit ging niet over Jean-Marie. Dit ging over de verantwoordelijkheid voor 200.000 kiezers" klonk het. El­ke vezel in De Wevers lijf lijkt wel doordrongen van plichts­besef. Voorzitter zijn is geen job, maar een roeping. Griekse tragedies werden dan ook oor­spronkelijk opgevoerd op reli­gieuze festivals.
In de exodus of ontknoping van elk Grieks drama wordt het verhaal verteld van de tra­gische ondergang van de held. Die val vond zaterdag iets voor zes uur plaats, na de stemming waarbij tweederde van de partijraad voor het kartel met
CD&V koos. Toen de deuren van de partijraad opengingen en De Wever de wachtende journalisten zag binnenstor­men, wist hij ongetwijfeld wat hem te wachten stond. „Dit wordt lijden", klonk het even later.
De Wever koos niet voor een ontsnapping langs de brand-ladder of voor een discrete zij­deur. Hij verdedigde zijn keu­ze. Niet koketterend met zijn emoties, maar evenmin met de gebruikelijke branie of het cas-sante toontje waarmee hij doorgaans journalisten van antwoord dient.
De N-VA-voorzitter was niet te beroerd om de hand in eigen boezem te steken. Zelden een politicus gezien die zo door­drongen was van het besef dat hij een slechte beurt had ge­maakt en dat ook ruiterlijk toegaf. „Ik ben altijd eerlijk ge­weest. Tegen de media, tegen CD&V en tegen Dedecker", klonk het, zij het iets stiller dan normaal. Niet alleen gekakel over inhoud. De Wever maakte zonder blikken of blozen dui­delijk dat het ook over de post­jes ging. „Mandaten zijn niet vies." Met eerlijkheid is het zo­als met bescheidenheid. Al te vaak wordt het niet als een deugd beschouwd in de Wet­straat.
De N-VA-voorzitter — die gisteren door partijgenoten een dag verplichte rust voorge­schreven kreeg — is ongetwij­feld een politiek talent. Zijn ontwapenende openheid kan echter niet verhinderen dat hij zwaar beschadigd uit deze zaak komt. Om in de Wetstraat mee te spelen met de groten, vol­staat het nu eenmaal niet om talent te hebben.
Alles op deze webstek mag overgenomen worden mits duidelijke bronvermelding. De redactie van Klauwaert